Dacht u dat piraten alleen in de 17e en 18e eeuw bestonden? Nou, nee hoor, gekleed in neopreenpakken en zonder opleiding in onderwaterarcheologie hebben de nieuwe piraten van de zee een historische buit gevonden.
Als je gepassioneerd bent door verhalen over schepen en piraten, zal deze ontdekking op de bodem van de Middellandse Zee je reis nog leuker maken, of als je nu op de bank of in bed ligt, is het uitstekende informatie om te leren en je te informeren. Het begon allemaal als een eenvoudige duik om wrakken van gezonken vissersboten te zoeken, maar eindigde met een vondst die de geschiedenis van de Middellandse Zee veranderde: een Romeins scheepswrak uit de eerste eeuw na Christus met een vrijwel intacte lading.
Twee amateurduikers, José Bou en Antoine Ferrer, stuitten bij toeval op deze schat. In 1999, toen hun anker vast kwam te zitten aan iets dat ouder leek dan welke vissersboot dan ook, besloten ze naar beneden te duiken om op onderzoek uit te gaan. Zo begon een van de belangrijkste ontdekkingen in de Middellandse Zee.
Wat ze vonden was een pot… toen nog een… en toen nog honderden. Ze lagen op het wrak van een perfect bewaard gebleven Romeins schip, op 25 meter diepte voor de kust van Villajoyosa.
Met een mengeling van opwinding en mysterie keerden ze terug met een camera om de vondst te documenteren. Zo begon het avontuur dat we vandaag kennen als het wrak Bou Ferrer. Wat een eenvoudige onderwaterexpeditie leek, werd een open deur naar de maritieme handel van het Romeinse Rijk. Het schip is nu een van de grootste onderwateropgravingen in de Middellandse Zee en heeft een cruciaal hoofdstuk uit de oude maritieme geschiedenis herschreven.
Een vondst die bij toeval (en dankzij de westenwind) aan het licht kwam
Het verhaal van het wrak Bou Ferrer begon met een verraderlijke wind. Bou en Ferrer, op zoek naar een gezonken boot genaamd La Barqueta, werden door een onverwachte windvlaag de zee opgedreven.
Toen ze probeerden hun anker los te maken, raakte dit verstrikt in een oud vaartuig. “Toen we naar beneden doken, ontdekten we dat het geen gewoon vaartuig was, maar mogelijk een Romeinse amfoor”, vertelden de ontdekkers. Drie duiken later bevestigden ze dat ze iets buitengewoons hadden gevonden.
Nadat ze het gemeentelijk museum van Villajoyosa op de hoogte hadden gebracht, ging het archeologische alarm af. In 2001 bevestigde een officiële expeditie dat Bou en Ferrer een Romeins schip van meer dan dertig meter lang hadden gevonden, vol met ongeveer drieduizend amforen met vissaus.
“Het wrak Bou Ferrer is het grootste Romeinse schip dat ooit in de Middellandse Zee is opgegraven”, aldus archeoloog Carlos de Juan. Het schip, dat waarschijnlijk op weg was naar Rome of Narbonne, schipbreuk leed op slechts duizend meter van de kust en bleef eeuwenlang intact.
De schat die bijna verdween: de plundering van de Bou Ferrer
Ondanks de opwinding over de vondst heeft de geschiedenis van het wrak van de Bou Ferrer ook een duistere kant: de plundering. Tussen de ontdekking en de komst van de archeologen kwamen andere duikers achter het bestaan van de schat en begonnen ze de vindplaats te plunderen.
“Toen we terugkwamen met de experts, zagen we dat het niet meer hetzelfde was. Er waren veel amforen verdwenen”, vertellen Bou en Ferrer. De noodzaak om het gebied te beschermen werd een absolute prioriteit.
In 2001 werd een beschermende constructie over de lading geplaatst en vijf jaar later begonnen de wetenschappelijke opgravingen. “Als er geen einde werd gemaakt aan de plundering, zou de vindplaats binnen korte tijd verdwijnen”, waarschuwde het Centrum voor Onderwaterarcheologie. Gelukkig is het dankzij de gezamenlijke inspanningen van culturele instellingen, universiteiten en vrijwillige duikers gelukt om deze tijdcapsule uit het Romeinse Rijk voor toekomstige generaties te behouden.
De schatten van Bou Ferrer: wat vervoerde dit Romeinse schip?
Meer dan 3.000 Romeinse amforen, elk met 40 kilo vissaus (garum) gemaakt van ansjovis, makreel en horsmakreel.
- Twaalf loodstaven van elk 64 kilo, met het merkteken “Keizer Germanicus Augustus”, afkomstig uit de Sierra Morena.
- Hout van de romp in uitstekende staat, waardoor de Romeinse scheepsbouwtechnieken konden worden bestudeerd.
- Bewijzen van zorgvuldig transport, zoals wijnstokken tussen de amforen om breuk te voorkomen.
- Aanwijzingen dat het schip in de buurt van Neápolis (het huidige Napels) werd gebouwd en vanuit een haven in het zuiden van Hispania vertrok.