In een exclusief interview met de New Yorker, gepubliceerd in Vanity Fair, uit Bill Gates zijn zorgen over de gevaren van kunstmatige intelligentie, terwijl hij oproept tot een eerlijkere belasting van de rijken. De voormalige Microsoft-baas zegt dat hij bereid is om zijn belastingafdracht te verdrievoudigen.
In een fascinerend interview met David Remnick, hoofdredacteur van The New Yorker, en overgenomen door Vanity Fair, bespreekt Bill Gates twee zaken die hem grote zorgen baren: de snelle opkomst van kunstmatige intelligentie en de oneerlijkheid van het huidige belastingstelsel.
Krachtige maar zorgwekkende AI
Voor de oprichter van Microsoft is kunstmatige intelligentie “de belangrijkste technologie” van onze tijd. Hoewel hij de enorme voordelen erkent – in het onderwijs en de gezondheidszorg – waarschuwt hij voor de verwoestende effecten op de arbeidsmarkt en de uitwassen van sociale netwerken. Gates maakt zich zorgen over het gebrek aan politieke regulering rond deze revolutie. Volgens hem verdient AI het om het grote thema te zijn bij de volgende Amerikaanse verkiezingen: “Het zal de waarde van werk herdefiniëren en de wereldeconomie op zijn kop zetten.”
Bill Gates: “Ik zou meer belasting moeten betalen”.
Een ander gevoelig onderwerp in dit interview is belastingongelijkheid. Bill Gates is het niet eens met het idee om miljardairs uit te roeien, zoals Bernie Sanders voorstelt, maar vindt dat de rijksten meer moeten bijdragen: “Ik heb 14 miljard dollar belasting betaald, maar ik had meer moeten betalen. Hij pleit voor een meer progressieve vermogensbelasting, met name op kapitaalinkomsten, die momenteel te licht worden belast.
Een pragmatische visie tegen de extremen
Gates is tegen de totale confiscatie van grote vermogens, maar verdedigt niettemin een ambitieuze hervorming om sociaal beleid te financieren zonder innovatie te ontmoedigen: “We hebben middelen nodig om onderzoek te bevorderen, energiecentrales te bouwen en nieuwe medicijnen te ontwikkelen”.
